Openheid en ruimtebeleving
Van Petten tot Hoek van Holland heeft de kust een licht hol gekromde vorm, met alleen bij IJmuiden een uitstulping door de pieren van het Noordzeekanaal. De duinenkust is hierdoor over grote lengte zichtbaar en er is een natuurlijke gerichtheid op zee. Het strand is uniek als de grootste aaneengesloten openbare ruimte van Nederland, waarin een beperkt aantal ruimtelijke accenten herkenbaarheid en schaal geeft. In Noord-Holland zijn dit de vuurtorens van Texel, Den Helder en IJmuiden, de schoorstenen en rookpluimen van Tata Steel en de hoogbouw van Zandvoort. In het noorden ligt het aandijkingenlandschap in hard contrast direct achter de smalle duinenrij, ten zuiden van Camperduin zijn de duinen veel breder en is de overgang naar de duinzoom zachter en genuanceerder.
Texel
Texel heeft een bolle in plaats van holle kustvorm. Hierdoor is er langs de kust minder overzicht, maar wel een nog groter gevoel van weidsheid. De brede, ongerepte stranden en zandplaten dragen hieraan bij. De openheid van de zee is in essentie overal hetzelfde, maar inmiddels alleen bij Texel nog echt ongerept: hier zijn geen windturbines en platforms aan de horizon zichtbaar.
Den Helder – Camperduin
Specifiek voor dit deelgebied is de beleving van grootschalige openheid aan weerszijden van de zeewering: aan de zeezijde weids uitzicht over zee en aan de landzijde zicht op agrarisch polderland, gedomineerd door de bollenteelt. Het voormalige eiland Callantsoog en omgeving is verdicht tot een groene recreatieve oase. Het beschutte landschap vormt een contrast met de vlakke open omgeving. De beleving van de Hondsbossche Zeewering als ‘superzeedijk’ is sinds de ontwikkeling van de duinen aan zeezijde afgenomen. Vanaf het achterland is de zeewering nog een dijk en vormt een scherpe grens met de achterliggende aandijkingen.
Camperduin – Wijk aan Zee
Het duinlandschap is breed en maakt door zijn welvingen en gevarieerde begroeiing een parkachtige indruk (‘Parkduinen’). In de binnenduinrand wisselen open en besloten plekken elkaar af. Enkele hoge duintoppen maken verre uitzichten mogelijk. De wegen naar zee liggen haaks op de kust en geven daardoor een afwisselde beleving van het duinlandschap.
De overgang tussen duinen en binnenduinrand is abrupt en relatief steil. De Herenweg, gelegen aan de voet van deze overgang, geeft grotendeels een continue en idyllische ruimtebeleving. De boombeplanting en bebouwing langs de Herenweg kaderen het zicht op het oude agrarische landschap. De blik wordt, door het uitgesproken verschil tussen licht en donker, vanzelf getrokken naar het poldergebied.
Wijk aan Zee – Zandvoort
Openheid heeft hier maar één gezicht: de zee. Het verdichte stedelijke gebied van Haarlem en omgeving gaat geleidelijk over in het duingebied. Door de aanwezigheid van de stad – zichtbaar aan de horizon – is hier een landschap met meer stedelijke elementen ontstaan dan bij ‘Parkduinen’. Ook de relatie met de zee is uitgesproken stedelijk: Zandvoort ligt aan zee en de boulevard biedt het ultieme (auto)flaneren. De natuurkern heeft een ruime maat, maar door aanwezigheid van de hekken voelt het landschap versnipperd aan.
Zandvoort – De Zilk
Het naar binnen gekeerde karakter, omgeven door hekken, is hier juist een belangrijke kwaliteit, vergelijkbaar met een oase. Men moet moeite doen om er te komen en om er weer uit te komen. De lay-out van het watersysteem en de omringende natuur bepalen de inhoud. Het ‘binnen’ is belangrijker dan het ‘buiten’. Tussen de Waterleidingduinen en het strand ligt een smalle duinzone. De concentraties van bebouwing bij Zandvoort en Noordwijk maken van dit deel van de kust een leeg (onbebouwd) strand.