Westfriese linten (oude zeekleilandschap)
West-Friesland is het land van kilometerslange lintbebouwing met daarbinnen vaak prominent de stolpboerderijen. Die stolpen staan op de kop van langgerekte weidekavels. De Westfriese stolpenlinten liggen allen binnen de Westfriese Omringdijk. In het midden van West-Friesland, tussen Hoogwoud en Hauwert, zijn de stolpenlinten het best bewaard gebleven.
Landschappelijke karakteristiek
Het beeld van de Westfriese stolpenlinten is afwisselend, kleinschalig en idyllisch. De stolpen staan alleen aan de langgerekte gebogen linten, niet aan de dwarswegen. De linten liggen deels op de kreekruggen waar de veennederzettingen na bodemdaling naar toe verhuisden. Aan de linten op nog steeds herkenbare kreekruggen als De Weere, Zandwerven, Schellinkhout en Hauwert zijn de stolpen wat hoger gelegen dan de weg zelf. De stolpen staan vaak tussen andere, meer kleinschalige bebouwing in. Ze zijn naar de weg gericht, op de kop van een lange en smalle kavel, die meestal omgeven is door brede sloten. Achter de stolpen staan bijgebouwen, binnen het kavelpatroon.
Vaak bestond de inrichting van de openbare ruimte uit een weg en een wegsloot. Wegsloten in dorpslinten zijn na 1950 uit verkeersoogpunt vaak gedempt, maar in dorpen als Twisk en Abbekerk zijn deze nog aanwezig. Deze inrichting bepaalt de situering van de stolpen. Aan de wegzijde staat de bebouwing vaak dicht op de weg. Aan de slootzijde staat de bebouwing achter de sloot, op grotere afstand van de weg. De stolpen volgen de verkavelingsrichting: als deze schuin op de weg is, staan de voorgevels ook schuin op de weg, zoals bijvoorbeeld in Sijbekarspel en Twisk.
Twee linten zijn opvallend recht, ze zijn van andere oorsprong: Zwaagdijk is ontstaan langs een middeleeuwse dijk, de Langereis is ontstaan als (rechtgetrokken) afwateringskanaal van de Polder Heerhugowaard.
Openheid en ruimtebeleving
Westfriese stolpenlinten zijn veel kleinschaliger en meer divers dan de linten in de droogmakerijen. De linten verschillen onderling aanmerkelijk van karakter. De meeste linten zijn buiten de dorpskernen halfopen en in de dorpskern verdicht. Er is daardoor soms een minder directe zichtrelatie tussen de stolpen onderling of tussen stolp en landschap. De geselecteerde stolpenstructuren hebben (met uitzondering van het gebied tussen Obdam, Spanbroek en Wognum) steeds open landschap aan beide zijden van het lint, maar daar staat vrijwel altijd een opvallend hoge kwaliteit van stolpen en erven tegenover, met relatief meer beschermde monumenten en drie beschermde dorpsgezichten (Barsingerhorn, Kolhorn en Twisk).
Ruimtelijke dragers
De stolpstructuren staan aan historische linten die vaak al op kaarten van circa 1700 zijn afgebeeld. Sommige Westfriese dorpslinten zijn nauwelijks meer als structuren te herkennen doordat de wegsloten zijn gedempt, het straatprofiel is verbreed en vervlakt, er veel nieuwbouw tussen de stolpen is verschenen en stolpen zelf ingrijpend zijn vernieuwd of herbouwd. In de aangegeven stolpenstructuren is de samenhang tussen historisch lint, de erven en de stolp het best bewaard gebleven.