natuurgebied de snip

Algemene toelichting op het project

De Natuurbrug Zanderij Crailoo, een groots project wat van 2002 tot 2006 duurde. Het grootste ecoduct ter wereld, 800 meter lang, 50 breed, in het Goois Natuurreservaat en ook beheerd door die organisatie. De brug verbindt het Spanderswoud en de Bussumerheide en overbrugt een provinciale weg, een spoorweg, een sportpark en het terrein van Railpro. Er lopen ook een fiets- en een ruiterpad overheen. Het doel is dat dieren weer over de gehele Utrechtse Heuvelrug heen en weer kunnen lopen, als ze dat willen, van Rhenen tot Naarden. Vele diersoorten gebruiken de brug, zoals reeën, vossen en konijnen, is gebleken. Maar ook zeldzamere diersoorten en de veenmol en de zandoorworm, die eerder alleen op de Veluwe waren gesignaleerd.

vogelvlucht Natuurbrug Zanderij Crailoo
vogelvlucht ontwikkeling Natuurbrug Zanderij Crailoo

Ruimtelijke kwaliteit in het project

De viaducten over spoor en Naarderweg zijn in 2003 aangelegd.
Daarna is erg veel zand aangevoerd om aan weerszijden van de viaducten de grond op niveau te brengen. Een dreigend tekort aan grond is opgevangen door de ontwikkeling van het natuurterrein Cruysbergen in Bussum te vervroegen. Hierbij is de humusrijke bovenlaag van het gebied verwijderd en gebruikt voor de natuurbrug.In totaal is ruim een half miljoen m3 grond gebruikt.
Het gebruik van de natuurbrug Zanderij Crailoo, de langste natuurbrug ter wereld, blijkt volgens onderzoekers van Alterra behoorlijk goed aan de verwachtingen te voldoen. Van dertien zoogdiersoorten, zes soorten amfibieën en twee reptielsoorten is vastgesteld dat zij de brug daadwerkelijk passeren. Ook trekken er wekelijks ruim 3000 wandelaars en fietsers en tientallen ruiters over dit ecoduct.
Sommige soorten zoals ree, vos en konijn passeren de natuurbrug meerdere keren per dag. De haas passeert meerdere keren per week en ook de egel en de bunzing gebruiken de brug regelmatig. Zeldzame soorten als boommarter en das gaan een aantal keren per jaar de brug over. Het aantal amfibieën en reptielen dat gebruik maakt van het ecoduct voldoet nog niet helemaal aan de verwachtingen. Soorten die in de omliggende natuur slechts mondjesmaat voorkomen (zoals de rugstreeppad en zandhagedis) worden op de natuurbrug helemaal niet aangetroffen. Meer gangbare soorten (o.a. de bruine kikker) blijken zich wel op de brug te bevinden en zich in de aanwezige poelen op de natuurbrug voort te planten. De aantallen had men vooraf wat hoger ingeschat.
Wat deze natuurbrug bijzonder maakt is het feit dat hij is opengesteld voor recreanten. Vooral in het weekend zijn er veel wandelaars en fietsers op de been of in de pedalen.

Ruimtelijke kwaliteit in het proces

Vrijwilligers betrokken bij monitoring
Samen met medewerkers van ‘t Goois Natuurreservaat, een groot aantal enthousiaste vrijwilligers en studenten is het gebruik van de brug (en de omliggende natuur) systematisch in kaart gebracht. Hiervoor zijn sporenbedden aangelegd, zowel op de brug als in de omgeving; voor amfibieën en reptielen is gewerkt met inventarisatieplaten die op bepaalde plekken zijn neergelegd. Passerende recreanten zijn met infraroodtellers geregistreerd.

Advies: aanpassing van inrichting en beheer
Gezien de korte tijd dat de brug in functie is, zijn de resultaten zeer bemoedigend. Belangrijkste advies is dan ook dat de brug vooral tijd nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. De onderzoekers geven daarnaast een aantal concrete aanbevelingen om het functioneren van de brug te verbeteren. Zo zouden er meer poelen op de brug moeten worden gemaakt om te stimuleren dat amfibieën en reptielen er kunnen verblijven en oversteken. Ook zijn er meer schuilplaatsen nodig voor kleine diersoorten (in de vorm van stobbenwallen of takkenrillen, struweel). Open, zandige plekken en heide zijn voor reptielen als de zandhagedis van belang.

zicht op de N524
belevingswaarde